In de perspectiefnota wordt gesuggereerd dat de startsubsidie voor beeldende kunstenaars en vormgevers geschrapt zou kunnen worden. Als dat gebeurt, verdwijnt een essentiële regeling voor makers in Dordrecht. En dat mag niet gebeuren.
Deze subsidie is geen vrijblijvende gift. Er gelden strenge voorwaarden, aanvragen worden inhoudelijk beoordeeld door professionals en er is publieke verantwoording. De regeling biedt kunstenaars de kans om te starten, om te onderzoeken, te experimenteren en hun ideeën vorm te geven, in en voor de stad.
Dat is geen theorie, dat horen we direct van de makers zelf. Dordrecht heeft een reputatie als stad die kunstenaars ruimte geeft. Als we deze regeling schrappen, raken we die positie kwijt. Makers zijn geen bijzaak. Ze zijn cruciaal voor het culturele klimaat. Ze verbinden wijken, zoals bij de projecten in de Vogelbuurt en rond de Tiny Houses. Ze brengen verhalen over Dordrecht, via films, theater en beeldende kunst, tot ver buiten de stadsgrenzen.
De resultaten zijn tastbaar. Twee filmmakers verhuisden naar Dordrecht vanwege deze regeling. Dat leidde tot de oprichting van een filmkring met producties die nationaal en internationaal aandacht krijgen. Of neem Theater Tortilla, dat scholen helpt met gevoelige thema’s als grensoverschrijdend gedrag. Ook dat begon dankzij de startsubsidie.
Binnen het cultuurbudget is de regeling bescheiden van omvang, maar ze maakt een groot verschil. Ze fungeert als vliegwiel. Andere fondsen stappen vaak pas in als er een startsubsidie ligt. Zonder die eerste impuls stokt de ontwikkeling.
Kunst is geen luxe. Juist nu, in een tijd van maatschappelijke uitdagingen, biedt kunst reflectie, verbeelding en verbinding. Daarom is onze oproep aan het college duidelijk: schrap deze subsidie niet. Laat creativiteit in Dordrecht niet opdrogen maar geef haar de ruimte om te groeien.
Cultuur is geen sluitpost. Het is de basis van een stad die durft te denken, te dromen en te verbinden.