Maandag 26 januari vertrekken we van het vliegveld Brussel naar het vliegveld in Duala. De reis duurt ongeveer zes uur en we maken een tussenstop in Yaounde.
Douala is de grootste stad in Kameroen, de hoofdstad van Kameroens Littoral Region en de rijkste stad in de hele CEMAC regio van zes landen. Het heeft de grootste haven van Kameroen en het grootste vliegveld. Het is de commerciële hoofdstad van het land, waar de meeste export producten worden verhandeld, zoals olie, cacao, koffie, metaal en fruit.
Het vliegveld wordt verbouwd. Er is aardig wat controle aanwezig en we hebben gelukkig onze stikkerstrookjes, die moeten corresponderen met de koffers. Als we door de douane zijn, worden we opgewacht door burgemeester Arno Brok en Gea Davids. De chauffeur George brengt ons naar het hotel, waar we de nacht zullen doorbrengen om de volgende ochtend naar Bamenda te gaan.
Avontuur
Dinsdag stappen we na een goede nachtrust in het busje waarmee George ons naar Bamenda gaat brengen. De reis op zich wordt al een groot avontuur. We leggen 350 km af in ongeveer zeven uur. De hoofdweg (de N6) loopt vrij recht naar Bamenda. Tenminste op de kaart. In werkelijkheid rijden we door de bergen, met aardig wat stijgen en dalen. In het begin is de weg nog aardig geasfalteerd. We zien verschillende dorpjes waar veel tafels en kraampjes langs de weg staan waar groenten en fruit worden aangeboden of enkel een achterlamp van een auto. In mijn ogen zijn alle mensen in beweging. Men chauffeert, verkoopt of is op weg naar de markt. Kinderen lopen langs de weg naar school.
Zwarte rook
Hoe dichter we bij Bamenda komen hoe slechter de weg wordt. We vorderen langzaam omdat de weg keer op keer wordt onderbroken door verkeersdrempels en ook omdat de wegen vol met gaten zitten, zodat we niet harder dan 20 tot 30 kilometer kunnen rijden. Er is zelfs een stuk weg, waar geen asfalt ligt; die moet nog worden afgemaakt. De auto's die we tegenkomen hangen soms met 'touwtjes' aan elkaar en ze hebben geen vooruit. Op de voorstoelen zitten wel vier mensen en achterin nog eens zes. (Dit is wel een extreme situatie, maar we zijn ze regelmatig tegengekomen). De brommers (ook taxi's) vervoeren ook wel vier personen tegelijk. De auto's hebben geen roetfilters. Wat een zwarte rook komt er uit. Naast de rookontwikkeling van de vele vuurtjes langs de weg (waar men het afval verbrand) kan het soms aardig smoggy zijn. Onderweg passeren we verschillende keren een vorm van tol. Bij de stopplaats lopen verschillende mensen die proberen eten en drinken te verkopen aan de passagiers. Onze chauffeur regelt alles.
Diner
In Bamenda aangekomen brengen we Arno Brok naar zijn onderkomen, dat hij deelt met burgemeester Anton Barske uit Gorinchem en Guy Delahay en Peter Spiegelenberg van het bedrijf Mainnovation. Gea Davids, Bert Staat en ik verblijven in een guesthouse zo'n vijfhonderd meter verder, onderaan de berg. Ons guesthouse heeft eenvoudige kamers en is goed verzorgd. Cecilia zorgt voor ons en heeft iedere ochtend een vrolijke "Good morning how are you to day, did you sleep well", waardoor onze dag niet meer stuk kan.
In de avond hebben we een diner, aangeboden door Anton Barske, waarbij we de burgemeester van Bamenda ontmoetten, de secretaris met zijn vrouw en twee dames van zijn kabinet Julie en Jannet. Het eten was goed klaargemaakt door de gastheren en vrouwen van het guesthouse. Zij zijn allen zeer voorkomend en zorgen dat het ons aan niets ontbreekt.
Na een lange, vermoeiende dag met heel veel indrukken gingen we op tijd naar bed. De volgende dag weer een vol programma.



