Terecht dus dat Rijkswaterstaat onder druk van Europa hier iets aan probeert te doen. Ook terecht dat er daarom in onze directe omgeving naar ruimte voor meer getijdennatuur wordt gezocht. Dit unieke biotoop is op andere plekken in het land en zelfs in Europa nauwelijks te realiseren. 

 

Maar de forse ingrepen die hiervoor nodig zijn, vragen wel om zorgvuldige afweging, inpassing en draagvlak. De keuze van Rijkswaterstaat is gevallen op de Hel- en Zuilespolder. Daar moet getijdennatuur gerealiseerd worden. En daar zijn best goede argumenten voor. Maar,

  • helpt dit plan om de vervuiling van het water te verminderen?
  • en wat betekent dat dan voor de levensvatbaarheid van de gewenste planten en dieren?
  • wat is het effect van het plan voor de getijdenwerking in de hele Biesbosch en wat betekent dat voor planten en dieren?
  • wat gebeurt er met de PFAS en andere stoffen die nu in de polder aanwezig zijn, met welke gevolgen voor mensen, dieren en planten?
  • waarom zijn de aangedragen alternatieven door vele betrokkenen eigenlijk zo snel terzijde geschoven?

 

Hoewel de gemeente o.l.v. onze wethouder Tanja de Jonge veel wijzigingen in het plan heeft kunnen realiseren (behoud van een deel van de aanwezig natuur en cultuurhistorie, compensatie voor activiteiten die straks niet of moeilijker in het gebied kunnen plaatsvinden, toezeggingen voor monitoring van getijdewerking en vervuiling enz.), zijn bovengenoemde vragen niet overtuigend beantwoord. Dat maakt het moeilijk om dit specifieke plan te steunen.

 

Dus: ja tegen forse verbetering van de waterkwaliteit, ja tegen meer getijdennatuur, maar nee tegen de informatievoorziening en participatie zoals RWS die heeft vormgegeven.