Sinds 1993 heeft de gemeente Dordrecht een bijzondere band met de stad Bamenda in het West-Afrikaanse Kameroen. Hoofddoel van de stichting Dordrecht-Bamenda is om contact te stimuleren tussen mensen in Dordrecht en Bamenda. Hierbij staat het delen van kennis en cultuur centraal. Daar naast steunen we Bamenda in de uitvoer van ontwikkelingsprojecten. GroenLinks en CU/SGP hebben de stedenband met Bamenda opnieuw geadopteerd voor vier jaar. Deze adoptie houdt in dat we de stedenband politiek steunen en kennis uitwisselen met gemeenteraadsleden van Bamenda. Afgelopen week ben ik op werkbezoek geweest in Bamenda. In dit verslag geef ik een overzicht van de reis. In aparte verhalen zal ik onderdelen nader toelichten.

Eindelijk was het zover, maandag 26 januari vertrokken Bert Staat (CU/SGP) en ik naar Brussel om daar met het vliegtuig naar Duala in Kameroen te vliegen. Allebei bepakt en bezakt met allerlei spullen voor verschillende groepen in Bamenda (ons uiteindelijke doel). We hadden voetbalmateriaal van FC Dordrecht gekregen voor de school van Mbingo, lakens en kruiken van Gonnie Walrecht voor het ziekenhuis Central Hospital, boeken van Truus Treep voor de school van Mbingo, vitaminepillen en andere benodigdheden voor de Ntankah Women group.

Slechte weg
De vliegreis verliep vlot en zonder vertraging kwamen we aan op Duala airport, waar burgemeester Arno Brok en Gea Davids ons opwachtten. Zij waren vanuit Zuid-Afrika naar Bamenda gereisd voor het tweede deel van hun bezoek aan de stedenbanden. De nacht brachten we door in een hotel om de volgende ochtend vroeg met een bus naar Bamanda te reizen. Slechts 350 km, maar een zeven uur durende reis. Er is een hoofdweg de N6. Het eerste stuk is redelijk berijdbaar, waarna een niet geasfalteerd stuk weg onze snelheid beperkt tot ongeveer 30 kilometer. De gaten in de weg en de aangelegde verkeersdrempels zorgen ervoor dat er heel rustig en zorgvuldig gereden moet worden. Volgens onze chauffeur is het dan een kwestie van doorgaan, je niet afvragen of jijzelf of andere weggebruikers fouten maken, vooral aan je eigen veiligheid denken. Zo heeft hij ons veilig en heel in Bamenda gebracht.

Gastvrij
In Bamenda brachten we Arno Brok naar zijn onderkomen, dat hij deelde met burgemeester Anton Barske uit Gorinchem en Guy Delahay en Peter Spiegelenberg van het bedrijf Mainnovation. Gea Davids, Bert Staat en ik verbleven in een guesthouse zo'n vijfhonderd meter verderop, onderaan de berg. In de avond kregen we daar een diner aangeboden door Anton Barske, waarbij we de burgemeester van Bamenda ontmoetten, de secretaris met zijn vrouw en twee dames van zijn kabinet. De volgende dagen werden er keer op keer diners en of lunches aangeboden. We zijn tenslotte te gast en gasten laat je niet hun weg vervolgens zonder ze iets te drinken aan te bieden.

Dovenschool
Woensdag 27 januari hebben we een bezoek gebracht aan de dovenschool in Mbingo. Hier troffen we Truus Treep, Tom Hogerwerf en Gerda Bosdriesz (Stichting Bamenda-Dordrecht). Samen met Mainnovation steunen zij het project bouwen van klaslokalen en voorzien van lesmateriaal. Op het terrein van de school staat ook een school voor horende kinderen. Zo vindt er een goeie mix plaats. De kinderen waren erg blij met de voetbalspullen.

Universiteit
Vervolgens brachten we een bezoek aan Polytech. Dit is de universiteit op een campus in ontwikkeling. We kregen een uitgebreide rondleiding en zagen studenten zwoegen boven hun examens. Mainnovation heeft hier gastlessen verzorgd op het gebied van onderhoud; hoe ga je 'leaner en meaner' om met wat je hebt om er meer rendement uit te halen. Na toegezongen te zijn en een aantal docenten te hebben ontmoet gingen we na een uitgebreide en late lunch naar de guesthouses om ons voor te breiden op het officiële diner bij de burgemeester.

Provincial Hospital
Donderdag 29 januari ontmoetten wij Devan en zijn vader. De jongen die wij in Dordrecht hadden ontmoet waar hij was omdat hij in het Albert Schweitzer werd behandeld voor een aandoening waar ze in Kameroen geen raad mee wisten. Hij was gegroeid en zag er goed uit. Zowel zijn vader als hij waren blij ons te zien en wij hen uiteraard ook. Een raar idee dat je deze jongen direct herkent en weer contact hebt terwijl je hem pas een keer kort hebt gezien in Nederland.
De ochtend hebben we gevuld met een bezoek aan het Provincial Hospital. Er werd een samenwerkingsovereenkomst getekend tussen dit ziekenhuis en het Albert Schweitzer in Dordrecht. Het Beatrix ziekenhuis in Gorichem heeft twee stethoscopen gedoneerd. De rondleiding die volgde heeft veel indruk op mij gemaakt. Tot dan lukte het me aardig om niet met westerse ogen naar de maatschappij in Afrika te kijken. Nu nam de emotie de overhand. Te veel zieke mensen, te weinig en onvoldoende apparatuur. En ook hier die eeuwige brandlucht. Overal in Bamenda en volgens mij in heel Kameroen afval in de open lucht verbrand. In het ziekenhuis is er een soort van verbrandingsoven, maar met een te korte schoorsteen, waardoor er een vreselijke lucht over het terrein hing. Door de hitte werd het een aardige smog. Ik heb me maar niet afgevraagd wat er allemaal verbrand werd, omdat er nog niet echt aan afvalscheiding wordt gedaan.

Ntankah Women
We vervolgden onze weg naar de Ntankah Women. Een groep alleenstaande vrouwen met kinderen die drie werkprojecten hebben (opgezet met hulp van OAO uit Dordrecht). Door deze projecten zijn zij in staat om in eigen onderhoud te voorzien en hun kinderen naar school te laten gaan. Ook hier werden we met zang en dans verwelkomt. Victoria, de Boss, sloot ons warm in de armen en begeleidde de organisatie.

Met een rustpauze van een uurtje gingen we naar de Fon of Chomba, bij wie we zijn uitgenodigd voor het diner. Deze koning, waar er velen van zijn in Kameroen,  bekleed het traditionele bestuur van een deel van de stad. In vele gevallen zullen de officiële bestuurders advies vragen aan een Fon wanneer bepaalde zaken geregeld moeten worden. Ook dit laatste gedeelte van onze reis was weer een grote ervaring. Kennis te maken met de traditionele gebruiken van een land. Vrijdag 30 januari stapten we in de ochtend in de bus voor de lange reis naar Duala om daar het vliegtuig terug naar Nederland te nemen.

Verschillen
Deze reis naar Bamenda heeft mij ervan overtuigd hoe goed het is om een band te hebben met een stad ergens anders in de wereld. In dit geval een stedenband in een ontwikkelingsland als Kameroen. Een land zo verschillend aan het onze ten aanzien van allerlei zaken als millieu, openbare ruimte, tradities, economie, huisvesting, onderwijs. Een land waar veel mensen met weinig moeten zien rond te komen. Het is een arm land in vergelijking met Nederland en het ontbreekt aan diensten die voor ons vanzelfsprekend zijn: een ziekenhuis, een dokter, onderwijs en onderwijsmateriaal. Met steun uit ons rijke westen heeft men al aardig wat gerealiseerd. Er zijn wegen aangelegd, er is een vorm van educatie. Het is mooi te zien dat er wat gebeurt met hulp van het buitenland. Waar men zeer dankbaar gebruik van maakt. Het is goed te zien dat bijna iedereen in actie is. Voedsel wordt door veel mensen zelf verbouwd en wat te veel is verhandeld op straat. Bijna iedereen is een kleine ondernemer in Bamenda.

Er moet nog veel veranderen in Bamenda waarbij wij van grote steun kunnen zijn. De contacten met HVC hebben er al toe geleid dat men bezig is met waste management. Zij hebben voldoende menskracht en zullen dit kapitaal dan ook  moeten inzetten om het zwerfvuil aan te pakken en ervoor te gaan zorgen dat dit op een gezonde manier kan worden hergebruikt (plastic) of verbrand. Met de inventiviteit van de mensen zelf en steun van ons komen ze steeds een stapje verder.

Andere kijk
Mij heeft de reis naar Bamenda vooral ook een andere kijk op de wereld gegeven. Waar wij ons allemaal niet druk om maken, is in Bamenda vanzelfsprekend. Daar loopt niemand zomaar over of langs iemand heen. Als iemand hulp nodig heeft in welke vorm dan ook, dan wordt die gegeven. Bij ons noemen ze het mantelzorg. Duurzaamheid in de vorm van materialen hergebruiken hebben zij "uitgevonden". Betalen wij grof geld voor de zogeheten slimme en leuke hebbedingetjes (bijvoorbeeld oude autobanden gebruiken als plantenbak) of voor vintage kleding. In Bamenda is het heel gewoon.
Waar wij nu naar terug aan het gaan zijn: empowerment, burgerinitiatief, ontslakking, minder bureaucratie, samenwerking vanuit bezuinigingsoogpunt, hebben zij in Bamenda. Mijn inziens moet dit ook niet veranderen. Wel kunnen zij deskundigheid gebruiken op het slimmer gebruik van bepaalde zaken en het aanleggen van bijvoorbeeld een waterleiding. Scholing, gezondheid en milieu kan nog wel wat aandacht gebruiken. Dit is natuurlijk niets nieuws. Het zijn mondiale problemen, die vanuit verschillende oogpunten worden aangevlogen. En hierbij kunnen wij allemaal veel van elkaar leren!

Kitty Kruger